- Download preek als PDF bestand - Download liturgie als PDF bestand - Download PowerPoint presentatie Terug naar menu |
Tips voor de (voor)lezer. | ||||
In het menu Artikelen vindt men een bijdrage met de titel Aandacht voor Apostelen. Daarin zijn drie kleine bijdragen te vinden die kunnen dienen als ondersteunend materiaal voor een serie (lees)preken over de 12 artikelen (zondagen 9-22). ALGEMEEN 1. Lees als preeklezer vooraf het menu Informatie over Contact, Tekstkeuze e.a. 2. De cijfers tussen [ ] in de tekst, zijn alleen van belang wanneer men gebruik maakt van beamer-ondersteuning. Lees in dat geval als verzorger van de beamer vooraf in het menu Informatie : ,,De powerpoint presentatie''. |
Liturgie. | ||||
Morgendienst Votum, Zegengroet, Amen Zingen: Psalm 145:1,2 (Christus: mijn Heer die ik mijn Koning noem) Wet van de HERE Zingen: Psalm 145:5 (de HEER bewaart hen die Hem trouw verwachten) Gebed voor de eredienst Schriftlezing: Hebreeën 4:14-5:10 Zingen: Psalm 110:1,2,3,4 (Christus door God gezalfd, met macht bekleed) Tekstlezing: HC Zondagen 11-12 Preek over de namen Jezus Christus en christenen Zingen: GK-2006 Lied 163 (Ik bouw op U, mijn schild en mijn verlosser) Dienst van de gebeden Collecte Zingen: GK-2006 Lied 139:3,4 (Christus onze Heer, bekleed met majesteit) Zegen, Amen. Middagdienst Votum, Zegengroet, Amen Zingen: Psalm 145:1,2 (Christus: mijn Heer die ik mijn Koning noem) Gebed voor de eredienst Schriftlezing: Hebreeën 4:14-5:10 Zingen: Psalm 110:1,2,3,4 (Christus door God gezalfd, met macht bekleed) Tekstlezing: HC Zondagen 11-12 Preek over de namen Jezus Christus en christenen Zingen: GK-2006 Lied 163 (Ik bouw op U, mijn schild en mijn verlosser) Dienst van de gebeden Geloofsbelijdenis Zingen: Psalm 145:3 Collecte Zingen: GK-2006 Lied 139:3,4 (Christus onze Heer, bekleed met majesteit) Zegen, Amen. |
Preek over: Zondag 11-12 | ||||
Wilt u voorlezing van deze preek in uw gemeente even melden via contact@vanbruggenpreken.nl? JEZUS IS DE ENIGE REDDER VAN DE KOSMOS[1] Gemeente van onze Here Jezus Christus, In deze dienst gaat het over drie namen. [2.1]U vindt ze in de zondagen 11 en 12. Eerst de naam Jezus. Dan de naam Christus. En tenslotte de naam christenen. [2.2] Het zijn drie overbekende namen. En wanneer je iets veel gebruikt, wordt het op den duur sleets. Zo gaat het ook met namen. Ze slijten in het gebruik. Zo kunnen we soms ook de naam Jezus of de naam christen heel gemakkelijk en onnadenkend gebruiken. We zijn dan helemaal niet bang dat we ons daaraan ook wel eens zouden kunnen branden. Het zijn toch gewoon alleen maar namen? Het is goed dat de catechismus ons van tijd tot tijd tot bezinning roept: weet je eigenlijk nog wel wat die bekende namen betekenen? Hoe hoog verheven ze zijn? En dat je er zuinig mee moet omgaan? Tot drie keer toe stelt de catechismus eenzelfde soort vraag. Waarom wordt de Zoon van God eigenlijk Jezus genoemd? En waarom wordt Hij Christus, dat is Gezalfde, genoemd? En dan ook de vraag: waarom wordt u een christen genoemd? We moeten weer leren die namen nadenkend en met respect te gebruiken. Het zijn namen van zilver en goud: poets ze op en laat ze voor je glanzen! Om dat te bereiken moeten we nadenken over de betekenis van deze drie namen. [2.3] * Het gaat hier namelijk echt over namen die een diepe betekenis hebben. Namen hebben dat niet altijd. Soms kunnen namen weinigzeggend zijn. Zo hoeven roepnamen geen verdere betekenis te hebben: zeker tegenwoordig niet. Maar er zijn ook veelzeggende namen. In de naam zit dan een heel verhaal verborgen. Soms is het een familieverhaal over de opa naar wie je genoemd bent en waarvan je de naam draagt. Soms is het een heel persoonlijk verhaal: je bent misschien vernoemd naar een vriend of vriendin van je ouders die is omgekomen op een verdrietige manier. En er zijn ook namen die betekenis hebben omdat ze iets zeggen over wat er van je verwacht wordt of wie je mag zijn. Iemand kan burgemeester genoemd worden of dokter of koningin. En soms smelten die namen in elkaar. Wanneer iemand zegt dat Willem Alexander op de televisie is, dan denk je meteen aan de koning. Het is gewoon één naam: koning Willem Alexander. Hoe hij heet en wat hij is en wat hij doet, dat is helemaal aan elkaar verbonden. De namen Willem Alexander en koning zijn verwisselbaar geworden. Ze klinken altijd samen. [2.4] * Zo is het nu ook bij de twee namen die het tweede geloofsartikel van ons apostolicum noemt: ,,Ik geloof in Jezus Christus´´. Die twee namen (Jezus en Christus) horen bij elkaar en je kunt ze niet meer losdenken van elkaar. Het is een tweeklank! Samen hebben ze een duidelijke boodschap: onze Heiland is de door God aangewezen redder van heel de kosmos! Dat is het thema van de preek vandaag: Jezus is de enige Redder van de kosmos [3] We zien dat in drie namen: 1. Christus: zijn hemelse erenaam 2. Jezus: zijn buitengewone eigennaam 3. Christen: onze verrassende roepnaam 1. Christus: zijn hemelse erenaam [4.1] Van de drie namen waarover het nu gaat, is de naam Christus in onze tijd wel de minst gebruikte. Heel gangbaar is de naam Jezus. En ook het woord christenen is algemeen in gebruik. Maar het lijkt wel alsof de naam Christus er wat minder toe doet. Er wordt tegenwoordig heel veel gepraat en geschreven over ,,wie Jezus voor mij is´´ en er zijn heel veel Jezus-liederen en je kunt Jesus-stickers kopen, maar hoe weinig wordt nog gesproken over Jezus Christus? De naam Christus is in de schaduw komen te staan. Opvallend is dat de daarvan afgeleide naam christenen dan juist weer wél heel veel wordt gebruikt. Elke week kunt u in dag- en weekbladen artikelen lezen over mensen die `christen´ zijn en die vertellen wat dat voor hen betekent. Wanneer een sporter of een muziekband zich christelijk noemt, wordt dat direct genoteerd. Wie wij zijn (de christenen), krijgt vaak meer aandacht dan wie Hij is, de Christus. Er zijn zelfs aparte Tv-programma´s waarin met een ongelovige over Jezus wordt doorgesproken om die man of vrouw te bewegen christen te worden en dan hoor je soms heel weinig of nooit dat er over Jezus wordt gesproken met de naam Jezus Christus. Zo gebeurt het vandaag steeds meer dat de naam Jezus keer op keer overnieuw wordt ingevuld en dat christenen onophoudelijk worden geïnterviewd. Maar waar blijft de beslissende naam Christus? Waarom is de aandacht voor christenen zo groot geworden en voor Christus zo klein?[4.2] * Misschien vindt u het niet zo vanzelfsprekend dat Christus de beslissende naam zou zijn. In de evangeliën wordt toch meestal kortweg over Jezus geschreven? Het gaat toch om Hem die Jezus heet bij Matteüs en Marcus en Lucas en Johannes en zelfs vaak in Handelingen? Op het eerste gezicht lijkt dit zo te zijn, maar wanneer we de evangeliën goed lezen, zien we dat het niet genoeg is om Jezus Jezus te noemen. U ziet in de evangeliën dat de naam Jezus niet alleen kon blijven: daar hoorde de naam Christus bij te komen. Veel mensen kwamen in die tijd naar Jezus toe. Ze hadden ook allemaal hun mening over Hem. Misschien is Hij een profeet. Of Elia of Jeremia. Maar dan vraagt Jezus aan zijn leerlingen wie Hij is. En Petrus geeft dan het enige goede antwoord: ,,U bent de Christus van God´´. Jezus beaamt dat. Alleen als je aan Hem, Jezus, de naam Christus toekent, heb je begrepen wat God bedoelt met deze Jezus. Zo wordt Christus de beslissende benaming. Gelovige discipelen gaan erkennen dat Jezus de Christus is, maar de Joodse leiders gaan het op den duur zelfs verbieden om die naam te gebruiken voor Jezus. Wie dat toch doet, wordt uit de synagoge gegooid. Niet de naam Jezus, maar de naam Christus wordt bepalend. Daar scheiden de wegen. En daar verenigen zich ook de gelovigen, de christenen. Geen wonder dus dat in de brieven van de apostelen de naam Christus de boventoon voert en het meest wordt gebruikt. Want daar gaat het om: dat Jezus van Nazaret de naam Christus mag dragen. Wanneer u eens de moeite zou nemen om te tellen hoe vaak de apostelen in hun brieven de naam Christus of de naam Jezus Christus gebruiken, dan zou u ontdekken dat dit vele malen vaker is dan het gebruik van de enkele naam Jezus. [5] De les van het Nieuwe Testament als geheel is dus deze: ontdek dat de erenaam van Jezus Christus is. Zó moet je Jezus leren benoemen. Het is niet voor niets dat zijn volgelingen geen Jezuïeten heten, maar christenen. En dan heet ik niet christen omdat ik een christen ben, maar omdat ik Hem belijd als de Christus. Zijn erenaam gaat vooraf aan mijn roepnaam. * In vraag 31 wordt uitgelegd wat die naam Christus betekent. Christus is: ,,Gezalfde´´. Dat is ook zo. U kent wel het Hebreeuwse woord Messias. Wanneer je dat Hebreeuwse woord Messias in het Grieks vertaalt, wordt het Christus. En wanneer je het Griekse woord Christus in het Nederlands vertaalt wordt het Gezalfde.[6.1] Maar wat heeft dit te betekenen? Het zal de gemiddelde Nederlander weinig zeggen wanneer je hem vertelt dat Jezus de Gezalfde is. Zalf betekent voor ons niet veel meer dan wondzalf op je huid of zalf tegen zonnebrand. Bij het woord `Gezalfde´ kan men zich in het Nederlands weinig voorstellen. Je moet dat wel uitleggen. In de tijd van het Oude Testament was de zalving van een persoon het teken van zijn aanstelling. Je moet dan denken aan vloeibare zalf. Misschien zou je nog beter kunnen denken aan lotion of eau de toilette. Iemand kon daarmee geurig worden overgoten als teken van een bijzondere benoeming of aanstelling. U kent misschien wel het verhaal van Samuël die Saul tot koning zalft en later David. En misschien herinnert u zich ook dat de hogepriester Aäron en de priesters aan het begin van hun werk gezalfd werden. Of u kent nog wel die geschiedenis van Elisa die door Elia tot profeet wordt gezalfd. Dat zijn drie voorbeelden van een zalving: tot koning, tot priester en tot profeet.[6.2] In onze wereld kennen we andere rituelen om iemand plechtig aan te stellen. Iemand wordt tot ridder geslagen. Hij wordt tot koning gekroond. Hij wordt geïnstalleerd als president. We voelen dan dat het ernst is. Die ridder of koning of president kunnen niet zichzelf installeren: ze moeten door anderen gekroond of geïnstalleerd worden. En vanaf dat moment zijn zij de aangewezene voor iedereen. Niemand kan er meer om heen. Zo is Jezus de officieel door God aangewezen Redder voor de wereld. Is Jezus dan ook ooit met olie gezalfd? Nee, dat niet. Maar Hij is wel officieel geïnstalleerd. Plechtig ingehuldigd. Dat gebeurde bij zijn doop in de Jordaan. Toen ging de hemel open, de heilige Geest daalde neer in de vorm van een duif en een stem van boven zei: ,,Dit is mijn lieve Zoon´´. Johannes de Doper stond erbij en was getuige ervan. En vanaf die dag wees hij Jezus aan als ,,het Lam van God´´ of ,,de Zoon van God´´ of ,,degene die doopt met de heilige Geest´´. Johannes de Doper heeft gezien dat Jezus door God de Vader werd aangewezen en met de heilige Geest gezalfd (Joh.1:31-36). Vanaf toen was er geen twijfel meer mogelijk: Johannes weet nu eens en voorgoed wie de beloofde wereldredder is, gekroond door God zelf.[6.3] Deze hemelse doop van Jezus is iets heel bijzonders. In de loop van de geschiedenis zijn vaak mensen namens God gezalfd en aangesteld. Maar Jezus wordt rechtstreeks door de hemelse Vader aangewezen als de Hoofdpersoon van de wereldgeschiedenis. Dit is uniek. Vanaf die tijd worden alle mensen opgeroepen om Jezus te volgen en de apostelen gaan Hem aanwijzen als de Weg, de Waarheid en het Leven. God heeft over Hem gesproken. God zelf heeft Hem aangewezen. Nu moet ik wel volgen. Nu moet ook ik Jezus wel erkennen als de Zoon van God, het Lam van God. Het is niet meer de vraag wat ik over Jezus vind of wat ik met Hem denk te kunnen. God heeft beslist wie Jezus voor mij moet zijn. Zet je eigenwijze denken stil, leg je voorkeuren het zwijgen op. En luister wat Jezus na zijn doop gaat zeggen: ,,Laat alles achter en volg Mij!´´[6.4] * Wij leren hier voor onze 21ste eeuw iets heel belangrijks. Dit: dat je over Jezus niet vrijblijvend kunt praten. Jezus kan niet de inzet van een praatprogramma zijn waarin de één vertelt wat hij wel in Jezus ziet en de ander wat hij er niet in kan zien. De beslissing over onze houding tegenover Jezus is niet een open zaak, niet vrijblijvend. God heeft voor ons beslist. Wij hoeven Jezus niet meer aan te wijzen. Wij kunnen dat ook niet. Wij moeten alleen maar de Wegwijzer volgen. God wijst Jezus aan. Ik heb niet meer te kiezen: ik kan alleen maar volgen of weigeren te volgen. Laten we dat voor onszelf goed beseffen. Elke dag begint met de zekerheid dat de hemelse Schepper Jezus aanwijst. Ik hoef niet te twijfelen. Sterker nog: ik mag met vertrouwen volgen. Jezus is niet mijn keuze: Hij is Gods keuze. En ik weet nu wat mij te doen staat. Spreek zo ook over uw Heiland, wanneer u de gelegenheid krijgt. Jezus is niet Gods vrijblijvende aanbieding voor de wereld. Jezus is de gekroonde Mens voor deze wereld. Laten we in alle bescheidenheid de wereld daarop wijzen. En oproepen tot gehoorzaamheid aan God. Jezus volgen is het enige dat er overblijft voor mensen nu God voor Hem heeft gekozen. * De catechismus werkt deze aanstelling uit in drie richtingen. Jezus is aangesteld tot onze hoogste Profeet en Leraar. Hij heeft ons de wil van zijn Vader zonder terughouding bekendgemaakt. Daarom is er geen ruimte voor andere leraars of goden naast Hem. Wie goed naar Jezus luistert, weet genoeg voor leven en sterven. God heeft Jezus ook aangesteld als onze enige hogepriester. Hij stierf voor onze zonden en Hij leeft nu om voor ons te bidden. Hij is Gods unieke voorbidder: de enige voorspraak bij God. Zorg dat je daar bij bent! Wie zou voor mij een betere advocaat bij God kunnen zijn dan deze aangestelde Priester aan zijn rechterhand! En God heeft Jezus ook aangesteld tot onze eeuwige Koning. Vandaag regeert Hij ons en bewaart Hij ons door zijn woord en Geest. En Hij geleidt ons op de weg naar de volkomen verlossing. Jezus is de Christus. Zo geloof ik in Hem. Hij is mijn Unieke Gids. Hij is mijn Enige Behouder. Hij is mijn blijvende Koning. Ik leer zeggen met de discipelen”: ,,Naar wie zou ik moeten gaan, Heer? U spreekt woorden die eeuwig leven geven, en ik geloof en weet dat u de Heilige van God bent´´ (Joh.6:68-69). Moge de HERE ons allen en nog velen die belijdenis in het hart geven en daar voor altijd bewaren! Moge de naam Christus voor ons weer een glanzende Morgenster worden. 2. Jezus: zijn buitengewone eigennaam [7.1] En nu komen we terug op die eigennaam Jezus, waar zondag 11 over gaat. Die naam Jezus lijkt nu opeens niet zo bijzonder. Bijzonder is dat Hij de Christus van God is, maar wat zegt die naam Jezus nu verder nog? Het was in Israël een gewone naam. Het is de Griekse vorm van het Hebreeuwse Jozua. En hoeveel mensen droegen niet de naam Jozua of Jezus? Je komt in het Nieuwe Testament de naam ook bij andere mensen tegen. Volgens een deel van de handschriften droeg Barabbas ook de naam Jezus. En in ieder geval horen we in de brief aan de Kolossenzen over Jezus, die ook Justus wordt genoemd.[7.2] Als gewone mensennaam, onopvallend, is de naam Jezus een kenmerk van zijn vernedering. Hij werd in alles aan ons gelijk. Zelfs zijn eigennaam viel niet bijzonder op. U moet goed bedenken dat in Jezus´tijd op aarde de naam Jezus nog niet die bijzondere klank en betekenis had gekregen die hij vandaag heeft. Jezus klonk toen nog gewoon als Jozua. Mens onder de mensen. Naam onder de namen.[7.3] * Toch is hiermee niet alles gezegd. De gewone eigennaam van Jezus kent een geheim waardoor hij toch buitengewoon is. Dat geheim kenden Jozef en Maria en later kwamen de gelovigen het ook te weten. De Joden wisten het niet toen Jezus opgroeide in Nazaret en ze wisten het niet toen Hij rondtrok door Palestina, maar er was iets bijzonders met die naam. Het was Jozef die op de achtste dag bij Jezus´ besnijdenis aan het kind van Maria de naam Jezus had gegeven. Het klonk toen niet opvallend, maar hij en Maria wisten dat er een geheim meeklonk met deze naam.[7.4] Dat is het geheim van de engelen. Bij Maria´s kind is de naam Jezus aangereikt door de hemel. Toen de engel Gabriël verscheen aan Maria en haar de geboorte aankondigde, vertelde hij ook welke naam het kind zou moeten dragen, de naam Jozua/Jezus (Lucas 1:31). Maria zal dit allemaal aan Jozef verteld hebben, maar hij was daar verlegen mee. Wat moest hij doen? Toen verscheen aan hem een engel in de droom en deze engel bevestigde wat Maria had verteld. Sterker nog: deze engel droeg Jozef op om uit te voeren wat was gezegd: ,,Jozef, jij moet het kind de naam Jezus geven!´´ (Matteüs 1:21). Zo ontstaat een heel bijzondere situatie. De zoon van Maria lijdt onder de naam Jezus, wordt bespot als Jezus. Tot vandaag toe. Dat is zijn nederigheid: Hij maakte zich kwetsbaar als mensenkind met mensennaam. Maar tegelijk is er ook een glanzend geheim in deze naam. Het is een hemelse naam, een unieke benaming. Wie goed luistert vangt de fluisterstem op die in deze naam is verborgen.[7.5] De engel Gabriël zei tegen Maria: ,,Je moet Hem Jezus noemen. Hij zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David geven. Tot in eeuwigheid zal Hij koning zijn over het volk van Jakob en aan zijn koningschap zal geen einde komen´´ (Lucas 1:31-33). En tegen Jozef zei de engel enige tijd later: ,,Geef Hem de naam Jezus, want Hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden´´ (Matteüs 1:21). Aan de gewone naam Jozua/Jezus wordt een unieke en hoge belofte verbonden. Je zou kunnen zeggen: de binnenvoering van de naam Jezus bestaat uit de inhoud van de naam Christus. Of anders gezegd: het geheim dat in de oorsprong van de naam Jezus ligt besloten, wordt later uitgesproken in de erenaam Christus. * Daarom zegt de catechismus ook dat er bij niemand anders enig behoud te zoeken en te vinden is. De mensennaam Jezus mag menselijk zijn en openstaan voor allerlei meningen en invullingen, maar de naam van Maria´s kind is verzegeld door de engelenwoorden en de hemelse inhoud ervan. Daarom is zijn naam Jezus niet meer vrij te gebruiken. Daarom wordt de keuze niet aan mij gelaten of ik voor Jezus wil kiezen of niet. In antwoord 30 wordt dit duidelijk gezegd. Ik mag mijn redding niet zoeken bij de heiligen. Maar ook niet bij mezelf (mijn keuze) of ergens anders (andere godsdiensten of stromingen). Is dit niet erg onverdraagzaam? Kun je de mensen wel zo indringend oproepen om Jezus te volgen als de enige weg, de enige waarheid, de enige redder? Het zou onverdraagzaam zijn wanneer het hier om menselijk geloof ging. Maar het gaat om engelenwoorden en hemelse boodschappen. Wat kan een mens daarom nu beter doen dan komen en zich bekeren. Wat kan een mens beter doen dan zich door engelen laten leiden. Zich laten leiden tot de enige naam onder de hemel waardoor ook postmoderne mensen behouden kunnen worden, ook ik! En dat voorgoed! 3. Christen: onze verrassende roepnaam [8.1] Wij mogen zelfs de naam christen dragen. Daarover gaat het in vraag 32: ,,Waarom wordt u een christen genoemd?´´ Het kortste antwoord zou zijn: ,,Zo zijn we bijna vanaf het begin genoemd door de buitenstaanders. Zij bedachten een naam voor die nieuwe gelovigen die nog geen naam hadden´´. We lezen immers in Handelingen 11:26: ,,Het was in Antiochië dat de leerlingen voor het eerst christenen werden genoemd´´. Het was dus een naam die van buitenaf kwam. Dat merk je ook in de eerste brief van Petrus. Hij schrijft: ,,Als u lijdt omdat u christen bent, schaam u dan niet en draag die naam tot eer van God´´ (1 Petrus 4:16). Anderen noemden die Jezus-volgelingen christenen. Eigenlijk een rare benaming, want het betekent zoiets als ,,Zalvelingen´´. Het is waarschijnlijk ook wel spottend bedoeld geweest: ,,Ze hebben het over een Gezalfde, noem ze dan maar heel grappig met de naam Zalvelingen´´.[8.2] Hebben de gelovigen die wat spottende naam van zich afgeschud? Integendeel. Ze wilden best genoemd worden naar hun Heer en Heiland Christus. Ze schaamden zich daar niet voor. Dat zegt Petrus alsvolgt: ,,Als u gehoond wordt omdat u de naam van Christus draagt, prijs u dan gelukkig, want dat betekent dat de Geest van God in al zijn luister op u rust´´ (1 Petrus 4:14). Wie in Christus gelooft, vindt de naam christen een erenaam. En dat mag het ook zijn. Want wanneer je bij Christus hoort door een waar geloof, dan ben je iets heel anders dan een partijlid of een volgeling of een aanhanger. Wie in Christus, de door God gekroonde, gelooft, mag ook gaan delen in die eer van zijn Meester. De Geest van Christus wil ook in ons komen wonen. Antwoord 32 zegt dat ,,ik zo deel heb aan zijn zalving´´. Een partijlid is alleen maar een aanhanger of volgeling. Maar een christen wordt een deelgenoot van zijn Meester. Jezus slaat de armen om ons heen en neemt ons mee in zijn glorie en verlossing. Ik mag deel van Hem worden. Noem me dan maar gerust – al bedoel je het spottend – christen, want wat is er mooier dan opgenomen te zijn in de majesteit van deze Christus van God! De spotnaam wordt mijn verrassende erenaam.[8.3] * Het is een roepnaam die jou roept. Hoor bij je Heiland en wees nu ook een christen. Deel dus in zijn werk als profeet door van jouw kant openlijk zijn naam te belijden. Deel dus in zijn werk als priester door van jouw kant je als een levend dankoffer aan Hem te wijden. Deel dus in zijn werk als koning door van jouw kant met een vrij en goed geweten tegen de zonde en de duivel te strijden en na dit leven in eeuwigheid met Hem over alle schepselen te regeren.[8.4] Ik mag leven ,,in Christus´´. Ik mag als christen mij opgenomen weten in zijn liefde en in zijn toekomst. Zoals een moeder haar kind draagt in haar armen, zo mag ik rusten bij Hem en door Hem gevoed worden en door Hem worden meegedragen. Totdat ik prins of prinses ben op de nieuwe aarde. Noem mij maar christen: ik wil niets liever zijn! AMEN [9] |
Terug naar menu |