- Download preek als PDF bestand
  - Download liturgie als PDF bestand
  - Download PowerPoint presentatie
 
Terug naar menu


Tips voor de (voor)lezer.

Hervormingsdag 31 oktober (optioneel)
Deze preek is niet gebonden aan een voorleesdatum, maar ze kan wel speciaal gebruikt worden rond Hervormingsdag 31 oktober. In dat geval kan men o.a. de tweede alinea van de preek iets aanpassen.

ALGEMEEN
1. Lees als preeklezer vooraf het menu Informatie over Contact, Tekstkeuze e.a.

2. De cijfers tussen [ ] in de tekst, zijn alleen van belang wanneer men gebruik maakt van beamer-ondersteuning. Lees in dat geval als verzorger van de beamer vooraf in het menu Informatie : ,,De powerpoint presentatie’’.


Liturgie.

Morgendienst

Votum, Zegengroet, Amen
Zingen: Psalm 46:1,2 (Een vaste burcht voor Israël is de God van Jakob)
Wet van de HERE
Zingen: GK-2006 lied 134:6 (Drie-enig God, U zij al d’eer)
Gebed voor de eredienst
Eerste schriftlezing: Psalm 46 (God als de vaste burcht)
Zingen: GK-2006 lied 142:1,2 (Een vaste burcht)
Tweede schriftlezing: 1 Korintiërs 11:17-26 (Vieren in verbondenheid)
Zingen: Psalm 130:2,4 (Is Israël in nood, er zal verlossing komen)
Tekstlezing: 1 Korintiërs 11:19
Preek
Zingen: Psalm 34:1,2 (Hem prijs ik al mijn levenstijd)
Dienst van de gebeden
Collecte
Zingen: GK-2006 lied 119:3,4,5 (God houdt zijn kerk in leven)
Zegen, Amen.


Middagdienst

Votum, Zegengroet, Amen
Zingen: Psalm 46:1,2 (Een vaste burcht voor Israël is de God van Jakob)
Gebed voor de eredienst
Eerste schriftlezing: Psalm 46 (God als de vaste burcht)
Zingen: GK-2006 lied 142:1,2 (Een vaste burcht)
Tweede schriftlezing: 1 Korintiërs 11:17-26 (Vieren in verbondenheid)
Zingen: Psalm 130:2,4 (Is Israël in nood, er zal verlossing komen)
Tekstlezing: 1 Korintiërs 11:19
Preek
Zingen: Psalm 34:1,2 (Hem prijs ik al mijn levenstijd)
Dienst van de gebeden
Geloofsbelijdenis
Zingen: GK-2006 lied 134:6 (Drie-enig God, U zij al d’eer)
Collecte
Zingen: GK-2006 lied 119:3,4,5 (God houdt zijn kerk in leven)
Zegen, Amen.


Preek over: 1 Korintiërs 11:19

Wilt u voorlezing van deze preek in uw gemeente even melden via contact@vanbruggenpreken.nl?
______________________________
Leestip: zie laatste pagina




*
Bij deze preek is een gebedsvoorbeeld gevoegd (na de tekst van de preek)
*


[1]

KERKELIJKE VERDEELDHEID MOET!?



Gemeente van broeders en zusters in de Here,

Eens per jaar is het 31 oktober. Hervormingsdag! We staan dan stil bij het begin van de Grote Reformatie in 1517. Toen nam Luther het openlijk op tegen de dwalingen in de pauselijke kerk.

Misschien is die datum van 31 oktober op deze zondag vlakbij, misschien vlak achter ons of misschien is die datum wel helemaal niet in de buurt. Het doet er niet zoveel toe, want met de gevolgen van die Hervorming hebben we elke dag te maken, het hele jaar door. Voorgoed zijn rooms-katholiek en protestants twee aparte grootheden geworden, het hele jaar door. Hervormingsdag vieren we één dag, de scheiding duurt het hele jaar.[2.1]

*

Wat moeten wij met die blijvende verdeeldheid? Moet je die eens per jaar vieren op een gedenkdag zoals 31 oktober is? Of maakt die eeuwenlange verdeeldheid zelfs de viering van één Hervormingsdag wat bitter?[2.2]

Er zijn tijden geweest dat Hervormingsdag gevierd werd als een echte Protestantendag tegenover de Rooms-katholieke kerk. Tegenwoordig heeft die dag veel van zijn wat trotse karakter verloren. Het is net alsof de protestanten wat verlegen zijn geworden met hun verjaardag.

Steeds vaker klinken voorstellen om van die dag een bededag te maken voor de kerkelijke verdeeldheid en voor de verwereldlijking. Niet langer een glorieuze viering, maar liever een biddag van verootmoediging.[2.3]

En zo´n biddag hoef je dan niet speciaal te verbinden aan 31 oktober: daar is elke zondag goed genoeg voor. Ook vandaag.

*

Maar hoe moet je nu bidden temidden van kerkelijke verdeeldheid? Er is nogal wat verwarring gegroeid rondom het protestantse kerkelijke leven.

De Grote Reformatie van 31 oktober leidde tot veel geestelijk herstel en tot rijke prediking en kerkopbouw onder leiding van begenadigde voorgangers als Luther, Calvijn en anderen. Toch moeten we gelijktijdig met droefheid vaststellen dat de vruchten van déze reformatie niet meer geplukt werden binnen de éne katholieke kerk, maar dat er definitieve scheuringen optraden. Tussen volgelingen van de paus enerzijds en anderen die zich van hem losmaakten anderzijds.

Maar er ontstond geen nieuwe eenheid. Sommigen gingen verder in de lijn van de traditie, zoals in Engeland bij de Anglicanen. Of men ging over tot een behoorlijke uitzuivering van de traditie, zoals bij de Lutheranen in Duitsland. Of men restaureerde de kerk zo sterk dat het bijna nieuwbouw leek, zoals bij de Calvinisten in Zwitserland, Frankrijk en Nederland. Kerkelijk Europa raakte verdeeld en dit leidde tot iets nieuws: godsdienstoorlogen in dit werelddeel! Nu niet van de christenen tegen de islam, maar tussen christenen onderling.

In onze tijd krijgt dit negatieve effect van de Reformatie meer aandacht. Men is er verlegen mee. En niets lijkt beter dan zo snel mogelijk te streven naar hereniging van gescheiden kerken, te beginnen dicht bij huis. Maar het lukt niet erg. Het lijkt wel alsof 31 oktober elk jaar een dag van lachen en tranen wordt: vreugde over het evangelie dat weer in het middelpunt kwam en verdriet over het uiteengaan van christenen.

Hoe zullen wij bidden temidden van kerkelijke verdeeldheid?
Waarvoor? Moeten we bidden om hereniging? Of om aanvaarding? Of nog iets anders?

*

Laten we voor een antwoord op die vragen nu ook eens luisteren naar een woord van de apostel Paulus dat hij aan de Korintiërs heeft geschreven.[2.4]

In die plaats waren verdeeldheden en scheuringen. Nog wel niet zo dat men in diverse kerken uiteenging, maar wel zo dat er partijschappen ontstonden.

En we moeten natuurlijk niet denken dat de kerk één is als we maar allemaal in één organisatie of in één gebouw zitten. In de Middeleeuwen was de kerk één, maar ook toen was er een grote mate van partijdigheid.

We moeten dan ook niet zeggen dat de scheuringen in Europa pas zijn begonnen met de Grote Reformatie: we kunnen alleen maar zeggen dat de breuken toen tot scheuren werden. Maar breuklijnen die nog geen breuken zijn, zijn éven slecht voor de gemeenschap van de kerk als breuken.

We hebben in Nederland niet alleen te maken met openlijke scheuringen tussen kerken, maar ook met breuklijnen binnen kerken, waar men in feite in groepen of stromingen leeft en niet als totale gemeenschap.

Nu schrijft de apostel Paulus over die breuklijnen en de daaruit soms voortvloeiende scheuringen een opvallend woord. Hij schrijft: ,,Het is onvermijdelijk dat er partijvorming onder u is, zodat duidelijk wordt wie van u betrouwbaar is´´ (1 Kor.11:19). Dit is een heel opvallend woord: Paulus durft de partijvorming `onvermijdelijk´ te noemen. Is dat niet vreemd?

We willen dit woord overdenken onder het thema

VERDEELDHEID MOET.
Om ons te leren:
1. Bescheidenheid
2. Vertrouwen
3. Zelfonderzoek [3]




1. (Bescheidenheid) [4]

In de stad Kampen is een brug die de Broederstraat verbindt met de Broederweg: het is de Broederbrug. Deze brug bevindt zich op een steenworp afstand van onze kerkelijke opleiding tot de dienst van het Woord.

Op één van de trottoirs van deze brug is een klein steentje ingemetseld. Er staat een datum op, maar ook een geheimzinnige code. We lezen als enige opschrift KP7. [5]

Wat is de betekenis van dit KP7 op de Broederbrug? De letters KP zijn een afkorting voor Kerkenpunt. Op dit punt kun je de kerk zien. Dat kan nog in Kampen. Ga maar op de Broederbrug staan en je ziet ze. Maar je ziet er wel erg veel: zeven in één keer. Daar is in de verte de rooms-katholieke Buitenkerk, maar dichterbij is de grote Broederkerk, een PKN-gemeente, en dan is er in de Broederweg het Doopsgezinde kerkje, momenteel gebruikt door Jan Vayne. Ook van jongere kerkgenootschappen zie je de gebouwen: de Burgwalkerk, vanouds gereformeerd en nu PKN, de Nederlands-Gereformeerde Nieuwe Kerk, de Oud-gereformeerde gemeente aan de Burgwal en tot slot ontwaren we, met de Lutherse zwaan in top, ook nog het gebouw van de 31 oktober gemeente van de Luthersen.

KP7: dit steentje herinnert de voorbijgangers op die brug elke dag aan de breuklijnen die tot scheuringen zijn geworden. Als modern christen voel je op die steen neiging om te protesteren, om de vuist te ballen. Schandalig wat die christenen gemaakt hebben van de kerk: geen wonder dat mensen de kerken de rug toekeren! Dit is een begrijpelijke reactie.

*

Toch is er wel wat meer van te zeggen. Paulus vond het ook schandalig wat er in Korinte gebeurde. De één noemde zich aanhanger van Paulus, de ander van Apollos, weer een ander prefereerde Kefas. Alsof het een mensenkerk is van Apollos, Paulus, Kefas, Luther, Calvijn, Menno Simonsz, Benedictus. De apostel worstelt er dan ook voor in de brief aan de Korintiërs om de gemeente als een reine bruid aan Christus alleen te verbinden, zoals ook Luther en Calvijn daarvoor geworsteld hebben.[6.1]

Partijschappen leiden er immers altijd toe dat mensen de liefde vergeten en zich van elkaar afgrenzen en zich vastbijten in eigen groep of mening. Zo gebeurde het ook in Korinte dat ze bij het avondmaal eigenlijk al tot een soort breuk kwamen: de rijken aten apart van de armen. De apostel verzet zich heftig tegen dit uiteengroeien van de gemeente die meer zichzelf viert dan dat zij Christus gedenkt.

Toch is er bij hem meer dan verbazing en ergernis. Er is ook iets van herkenning.
Partijschappen en scheuringen moeten er wel onder u zijn!

*

Hoe kan Paulus dit schrijven? Het moet toch helemaal niet? Het mag toch niet? Nee, dat is waar. Maar nu moeten we letten op de woorden onder u. Paulus zegt niet dat er partijschappen moeten zijn, maar dat ze onder u moeten zijn. Het ligt niet aan God, maar aan Korinte. In de concrete gemeente die Korinte was, kon het niet uitblijven en moest het ook wel gebeuren.[6.2]

Dit is een beschamend woord. Wat is er dan wel aan de hand met die gemeente? Dat wordt wel duidelijk uit de hele brief: ze waren daar als christenen heel zelfverzekerd en nogal zelfbewust. Ze hadden een groot zelfgevoel. Keer op keer blijkt dit in de brief. Ze trokken zich in Korinte weinig aan van de gewoonte van de zusterkerken: zij dachten alleen aan zichzelf als belangrijke plaatselijke kerk in de grote stad. Ze gingen zich ook nogal verheffen op hun gaven: ze cijferden zichzelf bepaald niet weg. In zedelijk opzicht was er veel aan de hand, maar daar letten ze eigenlijk niet zo op. Zij roemden op zichzelf. Zij waren vol zelfvertrouwen als christenen.

Maar dat is nu juist een houding die lijnrecht ingaat tegen het geloof en tegen het vertrouwen op Christus en de liefde tot elkaar en de zorg voor de opbouw van alle gemeenten.

En dan zegt Paulus: wat zich verheft, moet vallen. Wat trots is, moet scheuren. De aanleiding tot de scheuringen ligt dus in de zonde en de hoogmoed van de gemeente.[6.3]

Hiermee is niet alles gezegd: Paulus zal over die scheuringen en over de manier waarop ze bestreden moeten worden nog heel wat schrijven, maar hij begint toch met een woord dat ons bescheiden maakt. We hebben die scheuringen aan onszelf te wijten!

Dit vergeten we wel eens. Toen het tienstammenrijk zich afsplitste van het tweestammenrijk, was deze scheur het regelrecht gevolg van de revolutie van Jerobeam. Je zou heel snel een uitspraak kunnen doen over deze scheuring. Jerobeam ging de kalveren dienen en de twee stammen bleven de tempel in ere houden. Maar waarom kwam deze scheur? Dat heeft toch ook iets te maken met een voorgeschiedenis. Koning Salomo had aan het einde van zijn leven onvoldoende weerstand kunnen bieden aan de trots op zijn macht. Hij week zelfs van de Here af vanwege zijn vele vrouwen. En dan móet de scheuring komen als een straf. Een trots Israël roept het over zich af dat de HERE het vernedert. Na die breuk blijft wel duidelijk dat de HERE gediend wil worden in de tempel en niet bij de kalveren. Toch verbiedt de HERE het, dat Rehabeam die breuk via een oorlog snel ongedaan maakt. De scheur moest wel komen om Israël klein te houden. En daarvoor moest ze ook blijven![6.4]

Daarom is het niet goed dat er soms zo kwaad en vol protest gesproken wordt over kerkelijke verdeeldheid. Alsof ánderen ons iets aandeden! We zullen moeten beginnen met bescheidenheid. Blijkbaar konden we de weelde niet aan van een grote, ongedeelde Europese kerk. Het ging mis in de Middeleeuwen en we zien in die eeuwen een steeds grotere toename van de trotse macht van een paus die blinkende paleizen bouwde. Het kon ons daarom niet meer vergund worden om één en machtig en imponerend te blijven. De kroon van de uiterlijke eenheid werd ons afgenomen.

Dat moest met ónze Europese christenheid wel gebeuren. En het moest later blijkbaar ook gebeuren met onze Nederlandse christenheid. We hebben het er naar gemaakt. Laten we niet doen alsof ons iets vreemds overkomt. Laten we niet denken dat wij te goed zijn voor kerkelijke verdeeldheid.

Laten we liever beginnen met bescheidenheid. Wanneer je op die steen staat op de Broederbrug (KP7), bedenk dan dat het zo ver niet had mogen komen, maar dat het om ons wél zo ver móest komen, opdat de kerk niet onze trots zou zijn en opdat alleen het evangelie onze schuilplaats zou wezen.[7]

Wanneer we zo beginnen, weten we ook dat een dankgebed en een gebed om herstel nooit kunnen bestaan zonder een verootmoediging waarbij wij als christenen een toontje lager zingen over onszelf en ons verleden. U hebt daarbij voorbeelden in de gebeden van Ezra, Nehemia en Daniël: zij keken na de val van de tempel ook terug op een geschiedenis met verwondingen. En dan belijden zij schuld over het volk van God, zichzelf inbegrepen. Zij bidden niet hoogmoedig maar nederig. Laten wij hun voorbeeld volgen. En niet denken dat wij kerkelijke eenheid even kunnen afdwingen: misschien is zij ons niet gegund om ons bescheiden te houden! Wie opstandig is op KP7 kent zichzelf nog niet. De steen van schaamte houdt ons juist bescheiden!


2. (Vertrouwen)[8]

Betekent dit nu dat de kerk een puinhoop is die aan zichzelf te gronde gaat?
Je ziet vaak dat mensen óf de eenheid willen afdwingen, óf het wel voor gezien houden.
Maar ook dat laatste is ongeestelijk.
Paulus houdt het niet voor gezien in Korinte.
Hij blijft aan de lijn en schrijft vol hoop en goede moed.
Hij verwacht iets van de kerk: zij heeft toekomst!

Hij schrijft niet voor niets dat er onder u scheuringen moeten zijn. Hij zegt niet dat Christus zal scheuren of dat Christus verdeeld is. Integendeel. Elders in de brief zegt hij onomwonden: ,,Christus is toch niet gedeeld´´ (1 Korintiërs 1:12)? Het lichaam van Christus is onaantastbaar en ondeelbaar. Wanneer er onder ons scheuringen zijn, is daarmee Christus nog niet verdeeld.[9.1]

In het vervolg van ons tekstwoord schrijft Paulus over het gedenken van het lichaam van Christus: bij het avondmaal verkondigen wij zijn sterven totdat Hij komt. Dit blijft onaangetast. Wij kunnen wel door onze zonden een onwaardig gebruik maken van zijn lichaam en bloed, maar wij kunnen gelukkig nooit iets veranderen aan het ongedeelde sterven van Christus, aan zijn opstanding en zijn wederkomst.

Wij kunnen ook niets veranderen aan zijn zorg voor zijn gemeente.
Die zorg kan ook betekenen dat de Here ons als menselijke gemeenten klein houdt.
We lezen in vers 32: ,,De Heer velt zijn oordeel over ons en wijst ons terecht, opdat we niet samen met de wereld zullen worden veroordeeld´´.[9.2]
´
Hier blijkt dat Christus zijn werk volledig onder controle heeft, ook als wij er onder door gaan, ook als we soms met ziekten en dood bezocht moeten worden.

De kerk is door het geloof ongedeeld gefundeerd op het fundament Christus.
Dit is een onzichtbare werkelijkheid.
Maar zij is machtiger dan onze verdeeldheid en deze werkelijkheid heeft het stuur in handen.
Wij worden vernederd, maar Hij is verhoogd.
Hoe minder we van onszelf te roemen hebben, hoe meer van Hem.

Dat heeft Luther geleerd toen veel hem ontviel: steeds meer zong hij over God als zijn vaste Burcht en over Christus aan wie hij zich toevertrouwde.

Merkwaardig genoeg zien we vanaf de Broederbrug wel zeven kerken, maar er ligt slechts één steen. Een onbedoeld symbool van het fundament waarop we mogen staan door geloof alleen. Het uitzicht op aarde is verdeeld, maar onder ons ligt één rotssteen. Dat maakt ons bescheiden, maar ook heel verwachtend.[9.3]

Er is alle ruimte voor een vertrouwend gebed op 31 oktober en in het hele jaar. Het mag een gebed zijn uit de diepten, maar altijd mag het een gebed zijn tot de Hoogte van de Heilige God, een en ongedeeld. En tot zijn zoon die één is met de Vader. Opdat wij één zijn met Hem. En opdat die eenheid zo mag overheersen dat scheuringen wegsmelten door de warmte van geloof, hoop en liefde.

Dit gebeurt ook: wij herkennen elkaar als gelovigen altijd. En we bidden dat het steeds meer mag gebeuren, maar we laten dit over aan de wijsheid van God die weet wat we nodig hebben. Soms krijgt het lichaam van de gemeente eer, maar soms verdient het scheuringen die geen mens kan keren.

Ik weet aan wie ik mij vertrouwe, ook in een christenheid die door de eeuwen heen wel onderworpen moet zijn aan scheuringen en breuken.


3. (Zelfonderzoek) [10]

En nu kom ik tot het laatste en belangrijkste punt in de tekst. Paulus schrijft dat die scheuringen er moeten zijn onder ons opdat zal blijken wie betrouwbaar is, wie de proef kunnen doorstaan. Hij gebruikt een woord dat doet denken aan een test: kom je er doorheen of niet? Zo kun je een sieraad testen: is het nu werkelijk zilver of lijkt het er alleen maar op? Het vuur test de metalen. Zijn ze betrouwbaar? Is het écht goud?[11.1]

Paulus zegt dat de scheuringen een vuur zijn waar we doorheen moeten komen: zij zijn de proef op de som van ons christen-zijn.
Juist de scheuringen maken duidelijk wat er in een mens zit.
Wij vinden dit misschien een vreemde gedachte.
Vandaag is het nogal gewoon om de kerkelijke verdeeldheid op armlengte afstand te houden, er naar te kijken en er dan je commentaar op te geven. Zelf blijf je buiten schot. Je hebt het over anderen.
Maar op die manier missen we Gods bedoeling.
Wij liggen juist zelf onder schot.
De kerkelijke verdeeldheid kijkt ons aan: wie ben je nu zelf. We worden uitgedaagd om kleur te bekennen en een houding te bepalen.[11.2]

En nu bedoelt de apostel hier juist niet dat ze in Korinte allemaal een keuze voor één partij moeten maken. Hij bedoelt dat ze steeds duidelijker moeten leren kiezen voor Christus. Wat beweegt hen eigenlijk? Trots? Onverschilligheid? Of liefde tot Christus?

In het laatste geval zullen ze zich niet onttrekken aan de gemeente, maar daar hun krachten inzetten om de naam van Christus hoog te houden in het onderling leven als christenen.
Paulus geeft zelf een voorbeeld van betrouwbaarheid en beproefdheid.

Hij heeft verdriet over scheuringen in de gemeente, maar hij gaat de taak niet uit de weg om die deplorabele gemeenten toch tot Christus alleen te nodigen.

Het deert hem weinig hoe hij door mensen beoordeeld wordt: hij weet dat het erom gaat hoe Christus ons beoordeelt.

De korintische christenen konden zich niet verschuilen achter hun kerkelijk adres: zij zullen voor de rechterstoel van Christus eens moeten verschijnen en dan zichzelf moeten verantwoorden of ze leefden door genade, door geloof, naar het evangelie. Je kunt je dan niet meer beroepen op het lid zijn van die of die kerk.

Aandacht voor de kerkelijke verdeeldheid is goed, maar ze kan de aandacht ook afleiden van iets dat door die verdeeldheid moet blijken: onze eigen betrouwbaarheid, onze beproefdheid voor Christus.[11.3]

Uiteindelijk zal de kerk echt wel één zijn in de hemel. Daar zorgt Christus wel voor.
Maar past u dan straks wel in díe kerk?
Zal ik de proef doorstaan?
Ben ik wel nederig genoeg?
Ben ik wel gedreven door geloof en liefde?
Vecht ik tegen de wereldgelijkvormigheid in mijn eigen leven?
Ben ik als christen persoonlijk betrouwbaar?

Laten we in gedachten nog één keer op dat Broederbrugsteentje gaan staan (KP7). Eigenlijk zou er aan de leuning van die brug een spiegel gemonteerd moeten zijn, waarin je jezelf kon zien. KP7: en wie ben ikzelf voor God?

Laten we op Hervormingsdag vooral bidden om onze eigen hervorming. En laten we elke zondag van verdeeldheid allereerst bidden voor onze eigen betrouwbaarheid. We hebben zoveel meer toewijding en liefde en geloof nodig. Christenen gaan niet verloren door scheuringen (die tot beproeving dienen), maar door afdwaling en wereldgelijkvormigheid.

Daartegen richtte Luther zich in zijn 95 stellingen.

Daarop spreekt Paulus de Korintiërs aan.

Laten we daarom bidden dat Christus in ieder van ons, oud en jong, gestalte mag krijgen, zodat we er tegen kunnen. Tegen de wereld, de duivel en ons eigen vlees. En opdat we ook betrouwbaar blijken in de proef van partijschappen en verdeeldheid.

Heeft onze Meester ons niet zelf de weg gewezen toen Hij sprak:[12]

,,Gelukkig wie nederig van hart zijn,
Want voor hen is het koninkrijk van de hemel.
Gelukkig de treurenden,
Want zij zullen getroost worden.
Gelukkig de zachtmoedigen,
Want zij zullen het land bezitten.
Gelukkig wie hongeren en dorsten naar gerechtigheid,
Want zij zulen verzadigd worden.
Gelukkig de barmhartigen,
Want zij zullen barmhartigheid ondervinden.
Gelukkig wie zuiver van hart zijn,
Want zij zullen God zien.
Gelukkig de vredestichters,
Want zij zullen kinderen van God genoemd worden.´´ (Mattheüs 5,3-9).






AMEN.

LEESTIP VOOR PREEKVOORLEZERS: Deze preek is niet gebonden aan een voorleesdatum, maar ze kan wel speciaal gebruikt worden rond Hervormingsdag 31 oktober. In dat geval kan men o.a. de tweede alinea van de preek iets aanpassen.






GEBED

Onze Vader en Vaste Burcht,

Wij danken u, dat U nooit wankelt en ongedeeld bent in uw liefde.
Wij danken U dat U en Uw zoon één zijn in onbreekbare liefde.
En wij danken U allermeest dat U ons in die eenheid van de Vader en de Zoon een plaats wilt geven, opdat wij één zijn met U, opgenomen in uw heiligheid en liefde, deelgenoten van de goddelijke natuur.
U bent daarheen met ons op weg door uw Geest die in ons midden woont.

Wij belijden U dat wij op die weg uw Geest vaak hebben bedroefd.
Wij en onze vaderen hebben gezondigd en zijn niet in staat gebleken de eer van Uw Naam alleen maar hoog te houden in Europa en in de wereld.
Wij zijn afgedwaald op vele wegen: in hebzucht en wellust, in verwaarlozing van gemeenten, in trots en zelfvertrouwen.

U hebt in Uw grote gunst ons steeds weer predikers gestuurd om ons te reformeren en meer aan het beeld van Christus gelijk te maken. U zond ons de predikers van het evangelie, aangevuurd door het voorbeeld van Benedictus en Franciscus van Assisi en vele anderen. U zond ons de Broeders des gemenen levens om ons de navolging van Christus te wijzen. En U hebt daardoor velen teruggebracht tot het kinderlijk geloof en herinnerd aan onze hemelse roeping.
U hebt ook Martin Luther gezonden om ons te herinneren aan het geloof en de genade. En u hebt ons door hem ook vele liederen van geloof gegeven die we nog altijd kunnen zingen.
Wij danken U voor uw aanhoudende zorg.

Maar wij belijden ook dat wij ondanks uw zorgen toch zijn blijven dwalen op vele wegen. De zonden bleven drukken op uw christenheid en vaak is Uw naam in Europa om ons niet geheiligd, maar gelasterd.
Wij belijden u nederig dat er onder ons wel partijschappen en scheuringen moesten komen omdat we niet één waren in geloof, in liefde, in hoop.

De scheuringen in de Middeleeuwen klagen ons aan en de breuken die in de laatste eeuwen zo zichtbaar zijn geworden in vele kerkformaties die los van elkaar leven of tegenover elkaar staan.
Wij verootmoedigen ons voor u en erkennen dat wij niet anders verdienen vanwege onze neiging tot trots en zelfvertrouwen en roemen.

En nu danken wij U ook dat in al deze eeuwen Christus niet is veranderd in Europa en dat wij Hem mogen gedenken in zijn onveranderlijk en onberouwelijk offer van zijn lichaam aan het kruis en in zijn aanhoudende zorg over ons, in zijn zegeningen én in zijn tuchtigingen.

Wij danken U dat U nog steeds de leiding hebt en dat Uw troon voor alle troostzoekenden nog altijd de genadetroon is, hoewel wij dit niet verdienen.

Wij danken U dat uit uw christenheid nog vele gebeden omhoog stijgen in de naam van Jezus Christus en dat U wel weet wie uw kinderen zijn. Soms kennen of herkennen wij elkaar niet meer, maar U kent ons allemaal en U ziet uw onzichtbare kerk in haar heelheid en in haar toekomst bij U.

Wij bidden U op deze dag ook dat U ons steeds verder wilt hervormen in ons denken en doen. Opdat wij de proef kunnen doorstaan en betrouwbaar blijken.

Verlos ons van de wereldgelijkvormigheid waarin het geloof dreigt te verstikken.
Bekeer ons tot nederig gebed en een vroom leven.

Geef ons ook de wijsheid om als christenen elkaar lief te hebben.
Leer ons bidden voor elkaar.

Geef ons dat wij trouw onze taak verrichten in de gemeente waarin U ons een plaats gaf. Geef dat wij als vrijgemaakte gemeente een goede bijdrage mogen leveren aan de christenheid en anderen tot voorbeeld mogen zijn en tot bemoediging. Bewaar ons ervoor dat uw Naam om ons niet geprezen maar gelasterd zou worden.

Wij bidden U voor de rooms-katholieke kerk. Wij danken U voor het goede dat daarin mag zijn en bidden U dat U het zo wilt versterken dat alle scheefgroei en alle misstanden mogen worden gezien en overwoekerd door het goede.

Wij bidden U voor de Protestantse Kerk in Nederland, waarin zoveel stromingen en partijen zijn. Wij danken U dat daar nog vele gemeenten zijn waar het evangelie centraal staat en wij bidden U voor de broederschap dat hun volharding ooit nog eens mag bewerken dat hun kerk zich als geheel weer aan Christus overgeeft zonder af te doen van zijn grote werken.

Wij bidden U voor de christelijke gereformeerde en de Nederlands-Gereformeerde kerken en danken U voor veel dat ons verbindt. Wilt u dat versterken en ons doen samenwerken in het goede, ook wanneer hereniging door onze zwakte ons niet zou zijn vergund.

Wij bidden U voor vele gemeenten en kringen waarin Christus´ naam beleden wordt. Wij bidden U dat die belijdenis, die ook daar wordt aangevochten, er mag bewaard blijven en versterkt worden.

Wij bidden dit voor ons land.
Een land dat lijdt aan de verduistering van de christenen.
Here, hervorm ons opdat de miljoenen christenen in dit land nog allen weer worden als lichtende sterren in een duistere wereld.
Here, help ons opdat ik zelf en ieder van ons hier aanwezig de proef mag doorstaan en betrouwbaar mag blijken op de jongste dag.

Heer, erbarm U over ons en wees ons genadig.
Onze Vaste Burcht, op U hopen wij.
Van oudsher en ook in dit en de komende jaren.
Op U vertrouwen wij met uw kinderen die ons voorgingen, met Paulus en Petrus, met Luther en Calvijn en vaak ook met onze grootouders en ouders.
Wij danken U voor Uw alles te bovengaande liefde voor deze wereld in Christus onze Heiland.
En wij bidden dat een ontwricht Nederland er nog door behouden mag worden.
U, Vader, Zoon en Geest, U zij in ons land en in alle landen, U zij hier beneden en daarboven de lof en de glorie, nu en voor altijd.

AMEN


Terug naar menu